In Memoriam: Piet Lourens 1946-2024

17 December 2024 - 13:57

Ons bereikte het droevige nieuws dat onze oud-collega Piet Lourens op 10 december is overleden. Zijn naaste collega en oud-onderzoeksdirecteur Jan Lucassen schreef een In Memoriam.

In Memoriam

Een jaar na de oorlog werd Piet geboren op een boerderij, nog net gelegen binnen het stadje Aardenburg. Piet koesterde een foto van zijn vader achter de ploeg, een machtige Belgische knol ervoor. Ik heb zijn moeder gekend als een lieve, zorgzame vrouw.

Zijn oudste zus, nog van net voor de oorlog, mocht leren voor onderwijzeres en Piet mocht naar het gymnasium. Dat betekende dat hij dagelijks van maandag tot en met zaterdag van Aardenburg naar Oostburg fietste, de enige plaats met een gymnasium in de provincie Zeeland, waar hij met maar liefst drie tienen slaagde. 

In Utrecht behaalde hij het kandidaats geschiedenis, waarna hij voor de specialisatie Middeleeuwse Geschiedenis koos. Aan zijn intelligentie en zijn belezenheid lag het niet, maar hij verstrikte zich in het schrijven van zijn doctoraalscriptie, waarbij zijn bovenmatig perfectionisme hem hopeloos in de weg zat. Begin 1973 was ik na een studie in Leiden kersvers benoemd aan de afdeling sociaaleconomische geschiedenis in Utrecht. Een van mijn collega’s daar had Piet een assistentenbaan aangeboden en zo maakte ik, een jaar jonger, kennis met Piet. 

Spoedig had mijn collega geen werk meer voor hem, terwijl ik met een ingewikkeld onderzoeksprobleem was opgezadeld. In het Duitse Lippe-Detmold bleken voor Europa unieke namenlijsten van seizoenarbeiders te liggen, steenbakkers die vanaf 1778 nauwkeurig geregistreerd werden voor hun vertrek naar o.a. Groningen. Met zijn fabelachtige paleografische vaardigheden en zijn accuratesse was Piet de ideale man om die te bewerken. Dat was juist de tijd dat de computer opkwam voor algemener gebruik en zo gingen wij samen lessen programmering volgen bij Martin Boot, een taalkundige die op dat gebied al veel verder was dan bijna iedere historicus. Dat was de tijd dat je met je programma ponskaarten liet maken, waarmee de centrale computer van de universiteit op kettingpapier de gewenste uitkomsten uitspuwde, tenminste als het goed ging, want met het programmeren en dus het ponsen ging er altijd ontmoedigend veel mis. Het resulteerde zelfs in een gezamenlijk artikel in het tijdschrift Computers and the Humanities van 1983.

Piet ontwikkelde zich dus al snel van assistent tot de facto volwaardige collega en vele publicaties over de seizoensmigratie van met name Lipper steenbakkers zouden nog volgen,  in totaal 11 tussen 1983 en 2020, waarbij ons boek Arbeitswanderung und berufliche Spezialisierung. Die lippischen Ziegler im 18. und 19. Jahrhundert (Osnabrück, 1999) het hoogtepunt vormde. Maar daarnaast is ook de onmisbare bijdrage van Piet aan een meer kwalitatieve bronnenuitgave te noemen, de in twee banden (1250 blz. in totaal) verschenen Hollandgang im Spiegel der Reiseberichte evangelischer Geistlicher. Quellen zur saisonalen Arbeitswanderung in der zweiten Hälfte des 19. Jahrhunderts (Münster, 2007).

Toen mij in 1988 werd gevraagd een onderzoeksafdeling op het IISG op te zetten, was het niet meer dan normaal dat Piet mee zou gaan en zo belandden wij samen in Amsterdam. Dankzij onze samenwerking was het mogelijk een van mijn idealen bij het opzetten van een samenhangend onderzoeksprogramma te verwezenlijken: een uitbreiding van de geschiedenis van het werk naar de tijd van vóór de Industriële Revolutie, een periode waar de toen gebruikelijke “labour history” zich toe beperkte. Vooral Piet’s mediëvistische kennis kwam goed van pas toen wij in dat kader ook de ambachtsgilden en hun sociale voorzieningen gingen bestuderen. Piet verzorgde een database van alle Nederlandse ambachtsgilden die wij vanaf de middeleeuwen konden vinden en samen met Nederlandse, Belgische en Duitse collega’s leidde dit tot heel wat publicaties, waarbij de afsluitende bundel Craft Guilds in the Early Modern Low Countries: Work, Power and Representation (Aldershot, 2006) met ere genoemd mag worden, met daarin Piet als co-auteur van een overzicht betreffende de Lage Landen. Een – veelgebruikt – bijproduct was ons gezamenlijke overzicht van bevolkingsaantallen van Nederlandse steden.

Maar Piet heeft ook nog meer betekend dan zijn co-auteurschap van 23 publicaties en de creatie van drie grote bronnenverzamelingen die in principe ten eeuwigen dage voor onderzoekers beschikbaar zullen zijn. Ook voor de collecties van het Instituut heeft hij veel gedaan, en met name voor de ontsluiting van handschriften en kleine archieven van het Nederlands Economisch-Historisch Archief (NEHA). Deze collecties zijn bij het IISG ingehuisd en hebben een heel bijzonder karakter, vooral door de lange periode van vijf eeuwen en de vele landen die zij beslaan. Maar ook vanwege de bijzondere vaardigheden die vereist zijn om oud schrift te lezen, ver uiteenlopende maten en gewichten te interpreteren en sowieso om ze in hun juiste historische context te plaatsen. Vooral in samenwerking met Jacques van Gerwen  (onderzoeker en vakreferent economische geschiedenis) hebben wij de laatste twintig jaar talloze beschrijvingen kunnen leveren, waarbij Piet zich onder meer uitleefde op de grote series prijscouranten en plakkaten. Hij had ook een bijzondere studie gemaakt van hoe al die stukken waren verworven en was zo een vaste vraagbaak voor de collega’s van de studiezaal.

Na zijn pensioen in 2011 bleef hij dagelijks van Utrecht naar het Instituut komen, op het eind zelfs met zijn rollator in trein en bus. Tot het enkele jaren geleden echt niet meer ging en hij verhuisde naar een verzorgingshuis in Arnhem.

Maar Piet was meer dan een voortreffelijk wetenschapper met een grote productie, hij was ook een goed mens. Schuw en teruggetrokken als hij was zal niet iedereen dat onmiddellijk gezien hebben, maar zijn onbaatzuchtigheid ten opzichte van andere onderzoekers dient hier onderstreept te worden. In mijn gezin heb ik ook mogen ervaren hoe leuk hij met onze kinderen omging. Piet was bovendien een echte natuurliefhebber. In zijn vrije tijd was hij altijd buiten te vinden met zijn fototoestel en genoot hij van zijn fabelachtige kennis van planten.

Jan Lucassen, 16 december 2024
 

Bibliografie

M. Boot, P. Lourens, J. Lucassen, “A linguistic preprocessor for record linkage in socio-economic historical research”, in: Computers and the Humanities 17 (1983), pp. 45-64.

P. Lourens, J. Lucassen, “Mechanisering en arbeidsmarkt in de Groningse steenbakkerijen gedurende de 19e eeuw”, in: Jaarboek voor de Geschiedenis van Bedrijf en Techniek 1 (1984), pp. 188-215.

Piet Lourens, Jan Lucassen,  Lipsker op Groninger tichelwerken. Een geschiedenis van de Groningse steenindustrie met bijzondere nadruk op de Lipper trekarbeiders 1700-1900 (Groningen, 1987).

P. Lourens, J. Lucassen, "Marx als Historiker der niederländischen Republik", in: M. van der Linden (Ed.), Die Rezeption der Marxschen Theorie in den Niederlanden (Amsterdam, 1992), pp. 430-454. 

P. Lourens, J. Lucassen, "Ambachtsgilden in Nederland: een eerste inventarisatie"  in NEHA-Jaarboek voor economische, bedrijfs- en techniekgeschiedenis 57 (1994), pp. 34-62.

P. Lourens, J. Lucassen, "Ambachtsgilden in Nederland: een beknopt overzicht", in: De Gilden in Gouda (Zwolle, 1996), pp. 9-18.

P. Lourens, J. Lucassen, Inwoneraantallen van Nederlandse steden ca. 1300-1800 (Amsterdam,: NEHA, 1997).

P. Lourens, J. Lucassen, "De oprichting en ontwikkeling van ambachtsgilden in Nederland (13e-19e eeuw)" in: C. Lis / H. Soly (eds), Werelden van verschil. Ambachtsgilden in de Lage Landen (Brussel: VUB-Press, 1997), pp. 43-77.

Piet Lourens, Jan Lucassen, "Ambachtsgilden binnen een handelskapitalistische stad: aanzetten voor een analyse van Amsterdam ca. 1700", NEHA-Jaarboek voor economische, bedrijfs- en techniekgeschiedenis 61 (1998), pp. 121-162.

Piet Lourens, Jan Lucassen, Arbeitswanderung und berufliche Spezialisierung. Die lippischen Ziegler im 18. und 19. Jahrhundert (Osnabrück, Studien zur historischen Migrationsforschung 6, Edited by Klaus J. Bade. Universitätsverlag Rasch,1999)

Piet Lourens, Jan Lucassen, "Die Gilden der nördlichen Niederlande in ihren Verflechtungen", in: Knut Schulz (Ed.), Verflechtungen des europäischen Handwerks vom 14. bis zum 16. Jahrhundert (München, 1999), pp. 65-79.

Piet Lourens, Jan Lucassen, "'Zunftlandschaften' in den Niederlanden und im benachbarten Deutschland", in: Wilfried Reininghaus (Hsg.),  Zunftlandschaften in Deutschland und den Niederlanden im Vergleich. Kolloquium der Historischen Kommission für Westfalen am 6. Und 7.November 1997 auf Haus Welbergen, in: Schriften der Historischen Kommission für Westfalen 17 (Münster: Aschendorf, 2000), pp.11-43.

Sandra Bos, Piet Lourens, Jan Lucassen, "Die Zünfte in der niederländischen Republik", in: Heinz-Gerhard Haupt (Ed.), Das Ende der Zünfte. Ein europäischer Vergleich (Göttingen 2002), pp. 127-153.

Boudien de Vries, Jan Lucassen, Piet Lourens, Harm Nijboer, “Het economisch leven: spectaculaire succes en diep verval”, in: S. Groenveld (Ed.),  Leiden. De geschiedenis van een Hollandse stad. Deel 2 1574-1795 (Leiden: Stichting Geschiedschrijving Leiden, 2003), pp. 85-107.

Jan Lucassen, Piet Lourens, Bert De Munck , “The distribution of guilds in the Low Countries, 1000-1800”, in: Paola Massa, Angelo Moioli (eds.), Dalla corporazione al mutuo soccorso. Organizzazione e tutela del lavoro tra XVI e XX secolo (Milano, 2004), pp. 33-56.

Bert De Munck, Piet Lourens, Jan Lucassen, “The establishment and distribution of craft guilds in the Low Countries, 1000-1800", in Maarten Prak, Catharina Lis, Jan Lucassen, Hugo Soly (eds.), Craft Guilds in the Early Modern Low Countries: Work, Power and Representation (Aldershot etc., 2006), pp. 32-73. 

Albin Gladen, Antje Kraus, Piet Lourens, Jan Lucassen, Peter Schram, Helmut Talako, Gerda van Asselt, Hollandgang im Spiegel der Reiseberichte evangelischer Geistlicher. Quellen zur saisonalen Arbeitswanderung in der zweiten Hälfte des 19. Jahrhunderts. Baerbeitet und herausgegeben von (Münster, Veröffentlichungen der Historischen Kommission für Westfalen XXII A. Geschichtliche Arbeiten zur westfälischen Landesforschung. Wirtschafts- und sozialgeschichtliche Gruppe Band 17, 2007).

Piet Lourens, Jan Lucassen, “Lippische Ziegler in Mittel, West- und Nordeuropa vom 17. Bis zum frühen 20. Jahrhundert” in: Klaus J. Bade, Pieter C. Emmer, Leo Lucassen, Jochen Oltmer (Hrsg.), Enzyklopädie Migration in Europa. Vom 17. Jahrhundert bis zur Gegenwart (Paderborn, München, Wien, Zürich: Schöhning/ Wilhelm Fink Verlag, 2007), pp. 770-772.

Piet Lourens, Jan Lucassen, “Karrieren lippischer Ziegler: Das Beispiel Delfzijl 1855” , in: Lippische Mitteilungen aus Geschichte und Landeskunde, 76. Band (2007), pp. 63-80.

Piet Lourens, Jan Lucassen, “Lippe Brickmakers in Central, Western, and Northern Europe from the 17th to the Early 20th Century” in: Klaus J. Bade, Pieter C. Emmer, Leo Lucassen, Jochen Oltmer (eds.) The encyclopedia of migration and minorities in Europe. From the 17th century to the present (New York etc: CUP, 2011), pp. 558-560.

Piet Lourens, Jan Lucassen, “Labour mediation among seasonal workers, in particular the Lippe brick makers 1650-1900”, in: Sigrid Wadauer, Thomas Buchner, Alexander Mejstrik (eds.)  History of Labour Intermediation. Institutions and Individual Ways of Finding Employment (19th and 20th centuries) (New York etc. : Berghahn, 2015), pp. 335-367.

Piet Lourens, Jan Lucassen, “Die lippischen Ziegler um 1800. Ein Gruppenporträt“, in Bettina Joergens, Jan Lucassen (Eds.) Saisonale Arbeitsmigration in der Geschichte: die lippischen Ziegler (Detmold Veröffentlichungen des Landesarchivs Nordrhein-Westfalen 68, 2017), pp. 73-88.

Piet Lourens, Jan Lucassen, “Lippisch-Hessische Zieglerbeziehungen im 19. Jahrhundert”, Hessische Heimat 70:3 (2020), pp. 30-35.

Data bases: 

Voor de Lipper steenbakkers: https://datasets.iisg.amsterdam/dataverse/lippe

Een digitale publicatie van de dataset van de gilden is in voorbereiding.

De dataset van inwoneraantallen van steden is onder revisie (vgl. https://search.iisg.amsterdam/Record/1008613

Piet Lourens