Historische Verkenningen Vakbeweging
- Projectleider: Matthias van Rossum
- Junior onderzoeker: Moira van Dijk
- Studentassistenten: Loran van Diepen, Rosa Kösters en Bob Scholte
Het project Precaire Polder: Historische Verkenningen Vakbeweging doet (voor)onderzoek naar de recente geschiedenis van de (Nederlandse) vakbeweging. Door specifiek naar de recente geschiedenis te kijken, willen we het onderzoek naar de (historische) ontwikkeling van de vakbeweging in Nederland in het algemeen bevorderen.
Waarom: Vakbeweging in roerige tijden
De vakbeweging staat voor grote uitdagingen. Niet alleen in Nederland, maar vrijwel overal ter wereld werden vakbonden in de afgelopen veertig jaar geconfronteerd met snelle en sterke politieke en economische veranderingen. Globalisering versterkte de verplaatsing van (industriële) productie, terwijl de Europese integratie de internationalisering en concurrentie aanwakkerde op het gebied van arbeid, kapitaal en diensten. De verzorgingsstaat kwam onder druk te staan en werd ook in Nederland aan een stevige transformatie onderworpen.
In grote delen van de wereld werd de vakbeweging geconfronteerd met perioden van werkloosheid, veranderende (productie)technologieën en flexibiliserende arbeidsverhoudingen. De internationalisering van de economie door snelle ontwikkelingen in communicatie en transport maakten de uitdagingen, overwegingen en werkwijzen van vakbewegingen internationaler. Tegelijkertijd liepen in de meeste delen van de wereld de ledenaantallen van vakbonden terug.
In Nederland zagen de vakbonden vooral tijdens de crisis van de jaren ’80 hun ledenaantallen teruglopen. Na het herstel in de jaren ’90 kenmerkte de laatste vijftien jaar zich door een stabiele, maar zeer gestage daling van het aantal leden bij de FNV en CNV.
Wereldwijd worstelden vakbewegingen met hun positie in het midden van al deze ontwikkelingen. Deze uitdagingen hebben op verschillende momenten geleid tot nadrukkelijke reflectie op de rol en strategie van de vakbeweging. Dit leidde tot interne discussie, maar ook tot sterke wijzigingen in werkwijze, koers en organisatie.
In het geval van de FNV stonden vraagstukken rond strategie bijvoorbeeld centraal rond het rapport in 1987, de fusie van FNV Bondgenoten in 1998, de bestuursverkiezingen bij Abvakabo FNV in 2010, en de fusie van de FNV-bonden in 2014. Deze heroriëntatie vond plaats in een veranderend politieke landschap en sterke veranderingen in het wereldbeeld van burgers en het begrip van vakbondswerk.
De ideologische raamwerken die tot de jaren ’80 van grote invloed waren, gingen over naar meer individualistische benaderingen in de jaren ’90. Vanaf het einde van de jaren ’90 groeide de kritiek op het neoliberalisme van dat decenium sterk, terwijl problemen tegelijkertijd geduid werden in nieuwe kaders, vaak gericht op directe (sociaal-economische) problemen die ervaren worden op de werkvloer of in het alledaagse leven. In het vakbondswerk werden in deze periode dan ook oude en nieuwe methoden tegen elkaar afgewogen, soms onder invloed van internationale voorbeelden, zoals de in de tweede helft van de jaren 2000 geïntroduceerde methode van organizing.
Hoe: Historische analyse, maatschappelijke antwoorden
Deze recente geschiedenis van de Nederlandse vakbeweging is nog weinig bestudeerd. Ondanks de mogelijkheden die deze periode biedt om meer inzicht te verschaffen in de uitdagingen waar vakbonden voor staan en de antwoorden die zij hebben geformuleerd, is de analyse van de strategie en ontwikkeling van vakbonden in deze periode vooralsnog zeer beperkt.
Bestaande (historisch) studies hebben zich vooral gericht op de organisatorische geschiedenis van de CNV, NVV en FNV, herdenkingsmomenten of historische overzichten van specifieke vakbonden (zoals de Industriebonden, Abvakabo, Voedingsbond, Vrouwenbond), en de rol of herinneringen van personen die bij het vakbondswezen betrokken waren. Enkele meer contemporaine sociologische studies hebben verder aandacht besteed aan de veranderingen van de verzorgingsstaat en de rol van de vakbeweging, en aan de effecten van globalisering en informalisering op de positie van de vakbeweging.
Een grondige studie van deze recente geschiedenis is van groot belang om de effecten van de praktijk en strategie van de vakbeweging in beeld te brengen vanuit een Nederlands en een internationaal-vergelijkend perspectief. Dit is relevant voor de betrokken actoren bij vakbonden zelf, omdat het inzichten biedt in de effectiviteit van de gehanteerde werkwijzen en daarmee tevens een voedingsbodem geeft voor toekomstige (her)overwegingen.
Daarnaast is een studie van de vakbeweging ook van maatschappelijk en wetenschappelijk belang, omdat het inzicht biedt in de ontwikkeling van sociale cohesie en maatschappelijke organisatie in een breder perspectief. Als één van de belangrijkste vormen van sociale verbinding in de samenleving is juist de recent-historische ontwikkeling van de vakbeweging daarvoor een cruciale casus.
Wie en Wat: Onderzoeksproject
Het project Historische Verkenningen Vakbeweging heeft tot doel om een vooronderzoek te verrichten naar de recente geschiedenis van de (Nederlandse) vakbeweging. Het is onderdeel van de samenwerking tussen FNV en IISG om onderzoek naar de (historische) ontwikkeling van de vakbeweging in Nederland te bevorderen. Het project is mogelijk dankzij subsidie van de FNV. Het IISG voert dit onderzoek op zelfstandige wijze uit.
Het doel van het project is historische verkenning van de ontwikkeling van de praktijk, achterban en positie van de vakbeweging in de afgelopen decennia (circa 1980-2015). Dit deelproject leidt tot een overzicht van de beschikbare bronnen, een schets van relevante (historische) ontwikkelingen en de formulering van eerste verklaringsmodellen.
De resultaten van dit deelproject bieden de basis voor verdere uitwerkingen van een concrete onderzoeksagenda voor de historische analyse van het recente verleden van de vakbeweging. Op basis van het eerste deelproject zullen daarvoor onderzoeksaanvragen worden geformuleerd (beoogd is een NWO-aanvraag; verkend zal worden de mogelijkheid van Europese subsidies).
De centrale vraag van het project is hoe vakbonden afgelopen decennia antwoorden hebben geformuleerd op nieuwe uitdagingen rond globalisering, precarisering en veranderend werkgeverschap. De historische analyse van de zoektocht van de vakbeweging naar (nieuwe) antwoorden door middel van veranderingen in vakbondspraktijken staat daarbij inhoudelijk centraal, en zal worden ingebed in een analyse van de veranderende achterban van de vakbeweging en de veranderende sociaal-economische context en positie van de vakbeweging.
- Afbeelding 'Demonstratie schoonmakers CSU' bovenaan deze pagina: © CreativeCommons: Hans van der Poel / FNV Bondgenoten