IISG en Radboud Universiteit onderzoeken slavernij en koloniale verleden van voorgangers van InsingerGilissen
Uit archieven en onderzoek blijkt dat de firma Insinger & Co. een actieve rol speelde het Nederlandse slavernijverleden en koloniale dwangarbeid, onder meer door de handel in koloniale goederen en investeringen en beheer van plantages.
De komende jaren wordt er daarom een diepgaand (promotie)onderzoek uitgevoerd aan de Radboud Universiteit en het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, gefinancieerd door InsingerGilissen. Het onderzoek zich zal richten op de ontwikkeling van de sociale leefwereld van slaafgemaakte en andere koloniale arbeiders op plantages en werkplekken die door bezit, beheer en investering verbonden waren met voorgangers van InsingerGilissen, in het bijzonder Insinger & Co. en levert zo een fundamentele bijdrage aan de bevordering van het onderzoek naar en vernieuwingen van het perspectief op het koloniale slavernijverleden.
De slavernijonderzoeken die in de afgelopen jaren onder meer vanuit het IISG zijn uitgevoerd hebben duidelijk gemaakt hoe wijdverbreid de betrokkenheid was van Nederlandse instituties en bedrijven bij slavernij en slavenhandel. Hierbij is speciale aandacht voor belangrijke en voorheen onderbelichte vraagstukken, zoals onderzoek naar de leefwerelden van slaafgemaakten en de doorwerkingen van het slavernijverleden in het heden. Naar aanleiding van het herdenkingsjaar dat de nationale overheid dit jaar organiseert wordt duidelijk dat deze thema’s grotendeels aansluiten bij de grote behoefte onder nazatengemeenschappen aan onderzoek en kennis naar nieuwe geschiedschrijving van het slavernijverleden dat vertrekt vanuit, of ruimte biedt aan, de verhalen en perspectieven van slaafgemaakten en hun gemeenschappen zelf.
Het promotieonderzoek, dat zich richt op de ontwikkelingen van het zakenimperium van in het bijzonder de Insingers, zal bijdragen aan de vernieuwing van de geschiedschrijving van sociale en culturele aspecten van de Nederlandse koloniale slavernij en haar doorwerkingen. De centrale vraag is hierinwelke invloed een Nederlandse firma als Insinger & Co. door de vormgeving van de koloniale economie (met investeringen, verzekeringen, management en andere belangenbehartiging) had op het leven, werk en de bredere sociale leefwereld van slaafgemaakte en andere koloniale werkenden.
Het onderzoek wordt ondergebracht bij de leerstoel ‘Global Histories of Labour and Colonialism’ dat begin 2024 vanuit het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam is ingesteld aan de Radboud Universiteit. De leerstoel richt zich op de geschiedenis van slavernij, gedwongen arbeid in relatie tot de bredere geschiedenissen van kolonialisme en verzet daartegen. De promovendus/a zal promoveren bij de Radboud Universiteit onder begeleiding van prof. dr. Matthias van Rossum en dr. Coen van Galen. Het onderzoeksresultaat zal openbaar toegankelijk worden, met name in de vorm van een proefschrift en wetenschappelijke publicaties op basis van dit proefschrift.