Schade door schande: overhandiging eindrapport Commissie onderzoek naar Binnenlandse Afstand en Adoptie

19 June 2025 - 16:45

De gevolgen van het onvrijwillig afstaan van een pasgeboren kind op de meisjes en vrouwen die dit in de periode 1956 – 1984 in Nederland is overkomen zijn onvoorstelbaar groot en duren tot op de dag van vandaag voort. Dit geldt in veel gevallen ook voor de kinderen die zijn afgestaan, de afstandsvaders en de adoptiegezinnen waarin de kinderen opgroeiden.

De druk die destijds door ouders, familie, hulpverleners en de samenleving als geheel werd uitgeoefend op de meisjes en vrouwen die ongehuwd zwanger werden was vrijwel onontkoombaar. Dit werd ingegeven door toen geldende opvattingen over fatsoen, met schaamte en schande als gevolg, maar ook door vrees voor sociaal-economische repercussies. Vanuit de psychiatrie werd de druk versterkt door ongehuwd zwanger zijn te duiden als blijk van een stoornis die bijna per definitie verantwoord ouderschap onmogelijk maakt.

Bij de betrokken groep meisjes en vrouwen is grote schade aangericht door de beslissingen die over hen zijn genomen. Afgestaan of geadopteerd worden kan een heel mensenleven lang grote gevolgen hebben. Bij alle besluiten rondom afstand en adoptie hadden de biologische ouders en de kinderen die er door geraakt werden niet of nauwelijks een stem, laat staan enige regie. Ook hierdoor is grote schade aangericht.

Dit zijn de belangrijkste uitkomsten in het rapport Schade door Schande van de onafhankelijke Commissie onderzoek Binnenlandse Afstand en Adoptie 1956 – 1984 (CBAA). Het rapport is op 19 juni 2025 aangeboden aan de staatssecretaris Rechtsbescherming Teun Struycken.

Voorzitter Micha de Winter ‘Het is overduidelijk dat de les van dit onderzoek is dat we heel terughoudend moeten zijn om onze ideeën over wat een goed leven is op te leggen aan anderen als we die anderen zelf niet aan het woord laten. Afstandsouders is ten onrechte een stem onthouden. Ook de stem van afstandskinderen is in de loop van hun leven ten onrechte te weinig gehoord. Hun naasten en adoptieouders van kinderen hebben hiervan op hun beurt nadelige gevolgen ondervonden. Dat alles is de werkelijke schade door schande.’

Finale conclusie van het onderzoek is de noodzaak van erkenning, ondersteuning en het waarborgen van individuele regie in belangrijke levenszaken. Hiertoe doet de CBAA aanbevelingen zoals:

  • Neem het thema afstand en adoptie op in de Canon van Nederland;
  • Maak het mogelijk een ‘moederbrief’ aan een dossier toe te voegen;
  • Bevorder deskundigheid van hulpverleners en zorgmedewerkers en zorg dat die hulp te vinden is;
  • Ondersteun bij het zoeken naar afstammingsinformatie en maak dit toegankelijk;
  • Bied mediation en herstelbemiddeling aan in situaties van emotionele pijn en belangenconflicten;
  • Geef ouders en kinderen zoveel mogelijk een stem in besluiten over familieleven;
  • Garandeer keuzevrijheid over zwangerschap.

De commissie stond onder voorzitterschap van prof. Dr. Micha de Winter en is eind 2022 ingesteld door de minister van Justitie & Veiligheid. Als basis voor de conclusies en aanbevelingen in het rapport heeft de commissie drie deelonderzoeken laten uitvoeren. 

Het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) deed onderzoek naar historische papieren bronnen en beschrijven de uitkomst hiervan in De geschreven werkelijkheid. Kennisinstituut Atria onderzocht de ervaringen van mensen die tussen 1956 en 1984 te maken hadden met afstand en adoptie en doet daar verslag van in het rapport Diepe sporen. Onderzoekers van de Universiteit Maastricht brachten hedendaagse perspectieven op de geschiedenis van afstand en adoptie in kaart in het rapport Uitgesproken, aarzelende en stille stemmen over binnenlandse afstand en adoptie (1956 – 1984). Alle publicaties verschijnen tegelijkertijd met het rapport van de CBAA.

Zie voor de tekst van het onderzoeksrapport en voor de onderliggende onderzoeken: www.cbaa.nl 

Over de rol van het IISG
In de zomer van 2022 nam Micha de Winter, voorzitter van de Commissie Onderzoek Binnenlandse Afstand en Adoptie (CBAA), contact op met de directeur van het IISG Leo Lucassen, met de vraag of het instituut als ‘landingsplek’ kon dienen voor de uitvoering van een landelijk onderzoek naar binnenlandse afstands- en adoptiepraktijken in de naoorlogse periode. Mede gezien de gevoelige materie was het belangrijk een instituut in de arm te nemen dat de onafhankelijkheid en de wetenschappelijke kwaliteit van het onderzoek kon waarborgen en dat bovendien voeling had met de materie. Het IISG, als instituut van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), en al 90 jaar een plek waar erfgoed van en onderzoek naar zeer uiteenlopende ondergerepresenteerde groepen centraal staat, voldeed aan deze criteria. Bovendien past het onderzoek De geschreven werkelijkheid goed binnen de sociale geschiedenis van Nederland, een terrein waarop het IISG zeer actief is. Evelien Walhout en Jacques Dane hebben het onderzoek voor het IISG verricht.

CBAA