Het politieke leven in de vroege SDAP
Adriaan van Veldhuizen is onlangs in Leiden gepromoveerd op de SDAP in haar pioniersfase. Hij heeft zich de vraag gesteld wat de partij betekende voor voor de 'gewone' leden van het eerste uur.
Waarom werden ze lid, wat ontleenden ze aan dat lidmaatschap? De Partij. Over het politieke leven in de vroege SDAP is een verhalende geschiedenis geworden over het 'verenigingsleven ' van een aantal individuele ('verspreide') SDAP-leden en afdelingen.
Wolf Lelie en Manus Degen, colporteurs voor Het Volk, AmsterdamDe voor dit onderzoek geselecteerde afdelingen zijn in allerlei opzichten zeer verschillend. Het ledenrijke Amsterdam met zijn Joodse kleuring naast het Friese Holwerd, Laren met zijn hoogopgeleide, kunstzinnige leden naast het landarbeidersdorp Garsthuizen. Wie nu denkt dat de auteur aan regionale spreiding heeft gedaan, heeft het mis. Het katholieke zuiden is geheel buiten beschouwing gelaten onder het motto dat de grote steden daar al het onderwerp van wetenschappelijke studie zijn geweest. Dat klopt, maar Amsterdam is dat natuurlijk evenzo. Een van Van Veldhuizens conclusies is dat iedere afdeling een eigen karakter had. De SDAP was een patchworkpartij.
Het voornaamste resultaat van het onderzoek is, dat bij alle vroege lidmaatschappen sprake was van het continueren van al bestaande sociale netwerken in het partijleven. Dikwijls waren dat familienetwerken, maar het kon ook het sfeertje in een straat zijn (de buren in de Amsterdamse Blasiusstraat), of de werkvloer, of alles tegelijk. De keuze voor de partij was voor velen een gevoelskwestie, de versterking van een band die op ander niveau al bestond. Daarmee werd het partijleven een totaalervaring.
Het is moeilijk om iets van die band, dit vuur, die totaalervaring, na te voelen. De opzet van dit onderzoek brengt met zich mee dat grote aantallen leden en anekdotes voorbij komen, waarbij de mensen het soms met korte typeringen moeten doen als 'de intellectuele zuivelarbeider Marten Kalsbeek' , 'Gerrit Melchers, de socialistische dominee' , of 'blootsvoetse plantenvreters'. Die combinatie van termen alleen al roept bij de lezer vragen op, maar er is geen ruimte genoeg om die te beantwoorden. De auteur was in de gelukkige omstandigheid dat vrijwel al zijn bronnenmateriaal, waaronder uiteraard het archief van de SDAP en afdelingsarchieven (waaronder Amsterdam), centraal bewaard wordt op het IISG.