De kernenergietransitie en maatschappelijk verzet
Niet elke voorspelde energietransitie is een succes. De ontwikkeling van kernenergie in de jaren vijftig van de vorige eeuw ging gepaard met de belofte van eindeloze, spotgoedkope energie. De toekomst zou nucleair zijn. Over de hele wereld maakten staten plannen om reactoren te bouwen. vanaf de jaren zestig groeide echter het verzet tegen kernenergie.
Wetenschappers en sociale bewegingen bekritiseerden de risico’s en nadelen. Ook economische, ecologische en technologische obstakels bleken groter dan verwacht. Verschillende landen, waaronder Nederland, staakten de ontwikkeling van kernenergie vrijwel geheel. In andere landen, zoals Frankrijk, is een groot deel van de elektriciteitsvoorziening nog steeds nucleair.
De anti-kernenergiebeweging in de jaren zeventig en tachtig van de twintigste eeuw was een bij uitstek transnationale beweging met een bewezen impact op politieke besluitvorming. In Nederland heeft zij geleid tot stopzetting van de verdere bouw van kernenergiecentrales. Er heeft dus een ingrijpende koerswijziging plaatsgevonden in de nationale energievoorziening onder druk van de publieke opinie. Hierin hebben actiegroepen een cruciale rol vervuld. Nu we aan het begin staan van veranderingsprocessen op het gebied van energie kunnen we lessen trekken uit eerdere soortgelijke maatschappelijke discussies en de daaruit voortkomende sociale bewegingen, zoals die tegen kernenergie. De geschiedenis van de anti-kernenergiebeweging en haar effect op de publieke opinie en politieke besluitvorming is daarom een belangrijke casus wanneer we willen begrijpen onder welke condities sociale bewegingen de publieke opinie en politieke besluitvorming kunnen beïnvloeden.
De geschiedenis van kernenergie bevat dan ook cruciale lessen voor het heden. Vragen over wat een energietransitie eigenlijk is, en hoe wetenschappers, bedrijven, beleidsmakers, burgers én sociale bewegingen maatschappelijk draagvlak bepalen. Want de keuze voor specifieke energievormen is veel meer dan een technisch vraagstuk voor ambtenaren en managers. Dit onderzoeksproject kijkt verder dan alleen de wereld van politiek, wetenschap en techniek naar de sociale geschiedenis van kernenergie en het verzet daartegen tussen 1950 en 1990. Het onderzoek put uit de rijke archieven en collecties van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis om dit verhaal te vertellen vanuit een veelheid aan perspectieven: van mijnwerkers tot kernfysici, en van activisten tot beleidsmakers. Nu politici wereldwijd opnieuw naar kernenergie kijken als alternatief voor fossiele brandstoffen is het des te belangrijker om de historische controverses rondom atoomkracht te begrijpen.
Onderzoekers
Mathijs Boom
Reina Borst