Land Grabbing en Nederlandse Expansie, 16e-18e eeuw
“Land grabbing”, gedefinieerd als de gedwongen overname van land van boerenbevolkingen door commerciële investeerders, heeft een enorme impact op de wereldwijde organisatie van de landbouw. Dit hedendaagse fenomeen wordt in het Nederlands vaak omschreven met de term landonteigening of landroof. Commerciële landroof bestaat al honderden jaren, maar er is nog altijd een gebrek aan kennis over de historische dynamiek hierachter. Eén van de redenen is dat land grabbing vaak primair wordt bekeken als een vorm van corrupte, gewelddadige politiek. Die staat dan tegenover de reguliere koop en verkoop van land via het marktmechanisme. Dit project biedt een radicale omkering van dit perspectief door te onderzoeken hoe de sterk marktgerichte Nederlandse Republiek en haar handelscompagnieën (de VOC en WIC) land grabbing inzetten voor het bevorderen van commerciële landbouw. Door zich te richten op de Nederlandse Republiek, een kernspeler in het de geschiedenis van de vroegmoderne globalisering, werpt dit project nieuw licht op de plaats van land grabbing in de geschiedenis van het kapitalisme en biedt het inzichten in de mechanismes die de gewelddadige onteigening van boerenbevolkingen verbonden met de ontwikkeling van kapitalistische landbouw.
Veroveringen door de vroegmoderne Nederlandse staat, de VOC en WIC leidden tot belangrijke verschuivingen in landeigendom en landgebruik, zowel overzee als in de Republiek zelf. Het is echter niet duidelijk in hoeverre dit het resultaat was van actief, weloverwogen beleid, en in hoeverre strategieën en praktijken van agrarische transformatie “reisden” tussen de Lage Landen en de koloniale context. Om dit uit te vinden vergelijkt dit project de agrarische politiek van staat en compagnieën langs vier analytische assen:
- Eigendom (veranderingen in landbezit en de legitimering daarvan);
- Macht (conflict en collaboratie tussen Nederlandse en Indigenous actoren);
- Arbeidsverhoudingen (transformaties van rurale arbeidssystemen);
- Ecologie (exploitatie en transformatie van de natuur).
Dit project wordt gefinancierd met een NWO Vidi beurs, en wordt uitgevoerd aan de Vrije Universiteit en het IISG. Het project bestaat uit de volgende sub-projecten:
Sam Miske, MA (PhD kandidaat, VU Amsterdam), bestudeert land grabbing onder de VOC op de Banda Eilanden en Java.
Zawdie Sandvliet, MA (PhD kandidaat, VU Amsterdam), bestudeert de inbezitname en het gebruik van land aan de basis van het Surinaamse plantagecomplex, in breder Atlantisch vergelijkend perspectief.
Tzu-Yi (Dylan) Hsu, MA (Externe PhD kandidaat, VU Amsterdam en onderzoeksfellow IISG), bestudeert Indigenous en Chinese handelsnetwerken en agrarische producenten in Nederlands Taiwan onder de VOC.
Prof. dr. Pepijn Brandon (IISG en VU Amsterdam), bestudeert het denken over en de praktijken van commercieel landgebruik en rurale onteigening in de Nederlandse Republiek, en schrijft de synthese van het project over de lessen die uit de vroegmoderne Nederlandse geschiedenis te trekken zijn over de plaats van landonteigening in de geschiedenis van het kapitalisme.
Verwachte looptijd: 2022-2027
Afbeelding: wee gezichten op VOC-vestigingen, Lawec in Cambodja en Banda in de zuidelijke Molukken, Johannes Vinckboons (toegeschreven aan), ca. 1662 - ca. 1663. Collectie Rijksmuseum