Het multiculturele drama in perspectief: 40 jaar levenslopen van migranten en niet-migranten in Nederland
- Projectleider: Leo Lucassen
- Grant: € 500,000 (€ 182.540 IISG) door de Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen
- Start: 2017
- Partner: NIDI
Het doel van het onderzoeksproject is meer inzicht te krijgen in het integratieproces van kinderen van immigranten door sociaaleconomische en culturele aspecten met elkaar te verbinden. Daarbij wordt onderzocht in hoeverre de sociale mobiliteit van jongeren met een migrantenherkomst verschilt van autochtone leeftijdsgenoten met een vergelijkbare sociaaleconomische positie.
Sociale mobiliteit
Hier geboren kinderen van migranten uit onder andere Turkije en Noord-Afrika vormen een groeiend deel van de Nederlandse bevolking. Studies laten zien dat een aanzienlijk deel van hen het slechter doet op school en op de arbeidsmarkt dan leeftijdsgenoten zonder een migratie-achtergrond. Bovendien zijn jongens oververtegenwoordigd in de criminaliteitsstatistieken. Daar staat tegenover dat een deel zijn plaats wel heeft gevonden en een soms spectaculaire sociale mobiliteit doormaakt.
Er zijn dus aanwijzingen voor zowel sociale stagnatie/daling als voor stijging. In de publieke en politieke perceptie domineert niettemin het beeld van ‘allochtonen die de verkeerde lijstjes aanvoeren’. Een belangrijke oorzaak van deze beeldvorming is dat kinderen van bijvoorbeeld Marokkaanse of Turkse herkomst (met overwegend laag opgeleide ouders) vrijwel altijd worden vergeleken met het Nederlands gemiddelde, ongeacht sociale achtergrond. Als gevolg van deze ongelijke wedloop weten we niet goed wat de oorzaken zijn van hun achterstand: klasse of cultuur?
Betere vergelijkingen zijn niet alleen geboden, maar zijn inmiddels ook voor handen. Dit project vergelijkt daarom het integratieproces van verschillende cohorten kinderen van migranten met Nederlandse leeftijdsgenoten uit overeenkomstige sociale milieus. Daarnaast richt voorgaand onderzoek zich vrijwel uitsluitend op de stedelijke context, en wordt in dit project juist ook aandacht besteed aan regionale verschillen in uitkomsten van jongeren met een migrantenherkomst.
Om het onderzoek uit te kunnen voeren werken het IISG en het NIDI samen met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en maakt gebruik van het Stelsel van Sociaal-statistische Bestanden (SSB).
Het project wordt uitgevoerd aan het IISG en het NIDI en ging in de zomer van 2017 van start. De projectleiders zijn prof. Leo Lucassen (directeur onderzoek IISG) en prof. Helga de Valk (Themaleider Migratie en migranten bij het NIDI)