Biografie Jan Schaefer
In geouwehoer kun je niet wonen. Het leven van Jan Schaefer van Louis Hoeks is heerlijk om te lezen. Dat kan ook bijna niet anders met een verhaal van een bolle Amsterdamse banketbakker die aan alles lak heeft en toch doordringt in Haagse hogere kringen.
Veel hoogwaardigheidsbekleders in binnen en- buitenland vonden het moeilijk te geloven dat deze onveranderlijk in shabby spijkerpak gestoken rouwdouwer staatssecretaris, wethouder of Kamerlid was.
En toch was dat zo: respectievelijk in het kabinet Den Uyl van 1973 tot 1977, in Amsterdam van 1978 tot 1986, en in Den Haag van 1986-1990.
De anekdotes over de reacties die Schaefer opriep zijn dus niet van de lucht.
Maar ook de tragiek is volop aanwezig, al was het maar in het leven van Schaefers vrouw en kinderen, voor wie hij ternauwernood aandacht had. Schaefer werkte dag en nacht voor de woningbouw, stadsvernieuwing, voor de positie van de wijken en de zeggenschap daarover van de wijkbewoners.
Hij kreeg niet lang de kans om dat te doen, want hij overleed al op 53-jarige leeftijd op 30 januari 1994. Iemand aan zijn graf verklaarde dat hij in zijn korte leven tweemaal zo veel gedaan als had een normaal mens. Toch bestaan er vreemd genoeg geen Schaeferwijken en wel Vogelaarwijken. Wel is in Amsterdam een brug naar hem genoemd en een straat, met zijn beroemd geworden uitspraak die ook de titel van het boek vormt op het naambord.
Louis Hoeks raadpleegde voor dit boek onder meer de archieven Maarten van Traa, Joop den Uyl en Partij van de Arbeid op het IISG. Het archief van Schaefer zelf is in het Stadsarchief Amsterdam.