“Land grabbing”, gedefinieerd als de gedwongen overname van land van boerenbevolkingen door commerciële investeerders, heeft een enorme impact op de wereldwijde organisatie van de landbouw. Dit hedendaagse fenomeen wordt in het Nederlands vaak omschreven met de term landonteigening of landroof. Commerciële landroof bestaat al honderden jaren, maar er is nog altijd een gebrek aan kennis over de historische dynamiek hierachter. Eén van de redenen is dat land grabbing vaak primair wordt bekeken als een vorm van corrupte, gewelddadige politiek. Die staat dan tegenover de reguliere koop en verkoop van land via het marktmechanisme. Dit project biedt een radicale omkering van dit perspectief door te onderzoeken hoe de sterk marktgerichte Nederlandse Republiek en haar handelscompagnieën (de VOC en WIC) land grabbing inzetten voor het bevorderen van commerciële landbouw. Door zich te richten op de Nederlandse Republiek, een kernspeler in het de geschiedenis van de vroegmoderne globalisering, werpt dit project nieuw licht op de plaats van land grabbing in de geschiedenis van het kapitalisme en biedt het inzichten in de mechanismes die de gewelddadige onteigening van boerenbevolkingen verbonden met de ontwikkeling van kapitalistische landbouw.